Maak een nieuw back-upplan aan vanaf de startpagina van het programma (1).
Selecteer vervolgens het opslagtype dat u wilt gebruiken. In dit voorbeeld worden de bestanden geback-upt op een USB-stick, vandaar dat "Lokale schijf of netwerkschijf" is geselecteerd (1). Klik op "Volgende" om verder te gaan (2).
Selecteer vervolgens de schijf die uw back-ups zal opnemen (1) en klik op "Volgende" (2). Dit voorbeeld maakt gebruik van een USB-stick.
Noem vervolgens uw back-upplan (1). Zorg ervoor dat u een betekenisvolle naam gebruikt om het makkelijker te maken om uw verschillende plannen uit elkaar te houden. Klik op "Volgende" om verder te gaan (2).
Selecteer vervolgens "Dagelijkse back-up van ‘Documenten’ map (1) en klik op "Volgende" (2). Dit zorgt voor de overige instellingen voor u.
Tot slot krijgt u een overzicht met alle relevante instellingen voor het nieuwe back-upplan. Klik op "Terug" om wijzigingen aan te brengen of op "Voltooien" om het proces af te sluiten (1).
Klik op "Back-up starten" om het plan nu uit te voeren (1).
De overzichtspagina vat de status van uw back-ups samen in drie klikbare categorieën. Selecteer "Back-upplannen bekijken" om extra details weer te geven.